top of page

Interview Martijn de Rijk

Bijgewerkt op: 23 sep. 2021

Over het werk, het leven en over de nieuwe voorstelling van Lonneke van Leth Dans Het verrotte leven van Floortje Bloem.


Martijn de Rijk is acteur, schrijver, regisseur en docent. Bij Lonneke van Leth Dans heeft hij teksten geschreven voor vele dansvoorstellingen, zoals voor de prijswinnende voorstelling Een Romeo en Julia, Nooit meer bang en Wat is nu. Recent schreef hij de tekst voor de nieuwe 14+ voorstelling Het verrotte leven van Floortje Bloem, welke in het najaar van 2021 in première gaat.


Jij bent jouw carrière begonnen als acteur. Waarom heb jij nu de overstap gemaakt naar het

schrijven van stukken?

’Nou, ik zou het zelf geen overstap noemen. Ik ben al met schrijven begonnen op de toneelschool. We hadden daar een keer een lesblok toneelschrijven. Ik vond dat zó leuk. En we hadden eens een vrij blok, zo heette dat. Toen mocht je maken wat je maar wil. Je mocht ook samenwerken, maar iedereen ging toen solo’s maken. Ik vond dat veel te eng. Dus toen heb ik bedacht: ‘ik ga een stuk schrijven in die zes weken’. Dus toen heb ik eigenlijk al mijn eerste stuk geschreven. De tijd is er nu zo naar dat er meer werk is als schrijver dan als speler, dus ben ik heel blij dat ik het allebei doe.’’


Wat motiveert jou in het schrijven?

’Wat mij motiveert, dat is eigenlijk hetzelfde als bij acteren: het vertellen van verhalen. Dat vind ik iets heel erg geweldigs. Wat ik er zo tof aan vind is dat je je verplaatst in de ogen van een publiek, welke er natuurlijk nog niet is. En dan kan je bedenken wat je wil. ‘Wat zou ik zelf willen zien?’ of: ‘Oh! Het zou geweldig zijn als dan dit gebeurd!’. Dus je bent een soort … God die zijn eigen wereld schept!

Maar het is tegelijkertijd ook heel frustrerend als het niet lukt. Als je heel graag wil maar geen idee hebt. Want het ontstaat altijd met een idee. En dat nestelt zich dan in je verbeelding, dat gaat langzaam rijpen, breid zich uit in je hoofd en op een gegeven moment voel je: ‘ja, nu heb ik volgens mij genoeg om te kunnen beginnen’. En dan schrijf ik het op.’’


Martijn heeft ook filosofie gestudeerd. In 2013 heeft hij zijn Master in de filosofie behaald. Sindsdien geeft hij ook les in filosofie bij de schrijfopleiding in Utrecht.

Waarom ben jij filosofie gaan studeren?

‘’Er zijn meerdere redenen waarom ik filosofie ben gaan studeren. Acht jaar lang heb ik alleen maar gespeeld en gespeeld en gespeeld. Dat vond ik hartstikke leuk, maar ik dacht daarna: ‘ik wil nu wel eens een periode alleen maar in een stoel zitten en heel veel boeken lezen’. Maar ook, en vooral, om mijn schrijverschap te verdiepen. Ik kan goed een verhaal construeren, personages bedenken, dialogen schrijven en er voor zorgen dat het dan ook nog spannend en grappig is. Maar als ik nou écht impact wil maken als schrijver dan moet ik beter weten wat de wereld is waar we in leven. Hoe het ontstaan is en wat de idealen en ideeën zijn… Dus toen ben ik filosofie gaan studeren, en met heel veel plezier!’’


Hoe zie jij de combinatie van theater met filosofie?

‘’In eerste instantie vond ik het verwerken van filosofie in mijn schrijven best ingewikkeld. Toen ik studeerde dacht ik: ‘ik wil het meteen inzetten!’. Maar het heeft dan altijd weer een paar jaar nodig om het een plek te laten krijgen in jezelf. Ik heb het gevoel dat ik daar nu wel ben.

Wat ik leuk vind, kijk: theater en filosofie hebben wat mij betreft veel met elkaar gemeen. Namelijk dat het een plek is waar mensen vragen stellen en opzoek gaan naar antwoorden, betekenis en zingeving. Dus dat is de overeenkomst. Alleen het probleem is wat mij betreft dat de taal zo anders is. Als je een filosofisch boek schrijft moet dat op een bepaalde manier in elkaar zitten. Het moet een logisch verhaal zijn. Ik vind het heel leuk dat ik dat geleerd heb, alleen heb je daar in het theater eigenlijk geen zak aan! Want in het theater gaat het veel meer over het gevoel, het irrationele en over gekke emoties die helemaal niet logisch zijn. Dus op het moment dat ik het gevoel heb dat ik filosofie wil toevoegen aan wat ik aan het schrijven ben, dan is het altijd lastig om daar in de taal letterlijk een vertaalslag in te maken.’’


Kan je een concreet voorbeeld geven van hoe je filosofie in theaterteksten verwerkt?

‘’Sommige verhalen lenen zich er erg goed voor. Ik kan mij het eerste stuk herinneren dat ik schreef voor Lonneke. Het was een bewerking van Romeo en Julia: Romeo is een vluchteling die hier in Nederland aan komt om asiel aan te vragen met zijn familie. Julia is een Nederlands meisje die verliefd op hem wordt, maar haar vader is iemand die enorm actie voert tegen het asielzoekerscentrum in hun dorp. In de discussies over dit onderwerp kan ik dan filosofische argumenten langs laten komen. Bijvoorbeeld over de vraag, dat zegt de vader van Romeo op een gegeven moment: ‘Jullie zeggen de hele tijd dat ik mij moet aanpassen. Maar hoe ver moet ik me dan aanpassen? Ik heb het gevoel dat als ik mij nu nog meer aanpas, ik mijzelf niet meer ben.’ Dus dan gaat het over identiteit. Dat is een filosofisch onderwerp, wat ik dan zo tussen de regels door er in krijg.’’


Bij Lonneke van Leth Dans schrijf jij teksten voor jeugdvoorstellingen. Heb jij zelf kinderen?

’Ja, ik ben donorvader van drie hele leuke en lieve kinderen. Ik heb een lesbisch echtpaar geholpen bij hun kinderwens. Zelf had ik ook een kinderwens, dus dat kwam goed uit. Ik ben geen opvoedend ouder, maar ik ben wel echt papa. Ik zie ze wel één keer per week. Dat vind ik ontzettend leuk en daar ben ik ontzettend gelukkig mee.’’


Vergemakkelijkt het feit dat je zelf kinderen hebt het schrijven voor jeugdvoorstellingen?

‘’Ja, dat denk ik wel. Wat ik zo fascinerend vind aan het krijgen van kinderen, is dat je jezelf terug ziet in het deel waar je zelf geen herinnering meer van hebt. Je ziet: ‘Oh, zo leer je taal!’ en ‘Oh, zo leer je met elkaar omgaan!’. Dat is ontzettend waardevol om terug te zien.

En kinderen zijn gewoon ontzettend leuk. Hun fantasie staat voortdurend aan. Het zijn fantasiemachinetjes. Soms zeggen ze hele bizarre dingen, die ik dan juist heel tof vind en die ik dan kan gebruiken. Mijn zoon was laatst de hele tijd een liedje aan het zingen. Toen vroeg zijn moeder: ‘Heb jij een liedje in je hoofd?’. Toen zei hij: ‘Nee, een liedje in mijn mond’. Dat vond ik zo mooi gezegd! Dat zijn dan van die kleine taalpareltjes die ik dan ergens opschrijf en dat komt misschien wel eens ergens terecht.’’


Bij Lonneke van Leth Dans schrijf jij teksten die worden verwerkt in een dansvoorstelling. Hoe ervaar jij het verschil tussen het schrijven voor een dansvoorstelling en het schrijven voor een toneelvoorstelling?

‘’Ik vind dat een interessante vraag waar ik veel over nadenk… Kijk: als je echt voor een toneelstuk schrijft, dan ben jij als schrijver veel prominenter. Dus dan ben jij degene die de opbouw van de voorstelling bepaald. Als schrijver voor een dansvoorstelling geef je veel meer uit handen, je moet accepteren dat je een kleiner onderdeel bent van een grotere samenstelling van disciplines.

Wat ik heel fijn vind aan Lonneke is dat zij heel goed weet hoe ze dans en tekst moet samenbrengen op zo’n manier dat ze elkaar versterken.

Bij de eerste dansvoorstelling van Lonneke die ik schreef, Een Romeo en Julia, was de opdracht heel duidelijk, maar waar mijn teksten dan uiteindelijk in terecht zouden komen: geen idee! En dan zegt Lonneke: ‘ja, dan wil ik eigenlijk daar een dansdeel’. En dan zeg ik: ‘oke, doe maar’. Maar wat er dan echt komt… ? Wat ik altijd wel probeer te vragen is wat voor muziek ze in gedachte heeft. Als ik weet dat er na de tekst een heel heftig muzikaal stuk komt, kan ik er beter iets anders tegenover zetten voor het contrast. Dus zo proberen we het een beetje bij elkaar te brengen. Dat lukt tot nu toe wel aardig!’’


De meest recente tekst die Martijn voor Lonneke van Leth Dans heeft geschreven is voor een voorstelling die nog in première moet gaan: Het verrotte leven van Floortje Bloem (14+). Het wordt een dansbewerking van het gelijknamige boek van schrijfster Yvonne Keuls. In deze voorstelling staan redelijk heftige maatschappelijke onderwerpen centraal: prostitutie van minderjarigen, depressiviteit en drugs.

Hoe heb jij je op dit schrijfproces voorbereid?

‘’Een jaar of twee geleden kwam Lonneke al met dit idee en ze vroeg mij of ik het boek wilde lezen. Dat heb ik toen gedaan en ik dacht: ‘jeetje, maar dit is onmogelijk, dit kan je niet bewerken voor een voorstelling’. Er gebeurd veel te veel in het boek, ongelooflijk veel situaties en personages en allemaal in verschillende tijden. Dan zit Floortje weer in een pleeggezin, dan weer bij die, dan kom ze weer bij haar moeder en dat gaat zo maar door! Ik zag het niet voor me. Totdat Lonneke met het idee kwam van een talkshow: we maken een selectie van personages uit het boek die elkaar in de studio in de haren vliegen. Allen vinden ze dat het niet hun schuld is dat het slecht ging met Floortje, maar wel de schuld van de ander. En toen dacht ik: ‘ja! Dat vind ik een slimme oplossing’. Die had ik zelf niet kunnen bedenken.

En toen viel alles op z’n plek. Toen heb ik het boek nog een keer gelezen en nóg een keer en alle situatietjes,… wacht, ik zal het je laten zien,… Dit is mijn werkversie, zeg maar. (Martijn laat een boek zien waar heel veel gekeurde papiertjes uit steken). Er zitten allemaal post-its tussen de bladzijdes met bruikbare situaties en in welke scène het genoemd kan worden enzo. Dus ik heb vooral dat boek nog een paar keer gelezen, en de belangrijke zaken er uit gedestilleerd en daarna ben ik met Lonneke in gesprek gegaan. Zo een talkshow heeft al een eigen structuur: er is een blokje en dan is er ruzie, ruzie, ruzie en dan gaan we er weer even uit en daarna komt weer een blokje met andere mensen. Dat herkent iedereen, dus dat hoef je niet meer uit te leggen. Dat is heel prettig. We hebben dus alleen maar bedacht welke personages we lekker tegenover elkaar kunnen zetten, zodat ze contrasteren en zo bepaalde gedeeltes van het verhaal vertellen. En daar zet je dan een presentator tussen, die vooral op zoek is naar smeuïge televisie. Dus die vooral hele viezige en slechte vragen stelt om drama te creëren.’’ Je hebt al aan veel voorstellingen van Lonneke bijgedragen. Gaan wij na Het verrotte leven van Floortje Bloem nog meer invloed van jou in Lonneke’s voorstellingen zien? ‘’Aan mij ligt het niet! Ik vind het hartstikke leuk om samen te werken met Lonneke, Vincent en met de dansers die ik inmiddels ook wel een beetje ken en ook steeds terug zie, dus dat is heel tof. Dus ja, wat mij betreft wel!’’

bottom of page