Deze maand starten wij met onze eerste: PEP-Talk! (PEP = Publiciteit-Educatie-Post).
Onze educatiemedewerkster Wieteke Geertsma geeft elke maand een kijkje in de wereld van dans.
Door: Wieteke Geertsma
Iedereen kan zich iets indenken bij dansen. Dansen in een club, dansen op een podium of dansen als onderdeel van een ritueel. Het dansen dient diverse functies zoals ontspanning, expressie, amusement maar ook ter verering zijn van iets of iemand. We kennen streetdance, klassiek ballet en salsa als dansvormen. Maar nu is de grote vraag: wat is moderne dans precies?
Om daarop een antwoord te vinden blikken we terug op het jaar 1661 waarin Lodewijk de 14e, oftewel Louis XIV, de Koninklijke Dansacademie in Frankrijk oprichtte. Op deze Academie ontstonden vaste regels waaraan een balletstuk volgens hem moest voldoen. Deze regels zijn tot op de dag van vandaag terug te vinden in klassieke balletstukken en in de lessen die worden gegeven. Het omvat vaste patronen en posities binnen bewegingen. Tot in de 20e eeuw vormden deze regels de leidraad voor alle optredens aan hoven en in theaters van Europa. Aan het eind van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw ontstond er door onder andere industrialisatie de behoefte aan vernieuwing op allerlei maatschappelijke terreinen. Daarin zagen kunstenaars de mogelijkheid om te experimenteren en wilden zij zich losmaken van alle opgelegde regels binnen de kunsten tot die tijd. Dat geldt voor beeldend kunstenaars, maar ook voor dansers en choreografen. Moderne dansers, die in de 20e eeuw braken met de tradities en vaststaande bewegingspatronen inspireerden andere dansers om vanuit hun innerlijk (core) te dansen. Dat betekende automatisch meer improvisatie, een ruim arsenaal aan andersoortige bewegingen (aardser, vrijer of spontaner) en het gevoel van de danser kwam centraal te staan. Grote namen als het gaat om vernieuwing binnen de dans zijn Martha Graham, Isadora Duncan, Merce Cunningham en Kurt Jooss.
Kunnen we op basis hiervan eigenschappen of kenmerken toekennen aan moderne dans? Het antwoord is ‘nee’. Moderne dans is een overkoepelende term voor veel verschillende vormen van dans die gemeen hebben dat er ruimte is voor choreografen om eigen bewegingen toe te voegen. Waar de ene vorm expressief is met groteske bewegingen kan een andere vorm beheerste vloeiende vormen bevatten. Waar het ene stuk verhalend is en bewegingen tot de verbeelding spreken is het andere stuk lastig te begrijpen en abstract vormgegeven.
Alle mogelijke soorten muziek kunnen binnen moderne dans worden gebruikt omdat er sprake is van eclecticisme (het mixen van stijlen). Zo kan er binnen een choreografie gebruik worden gemaakt van invloeden uit de breakdance, vechtkunst, of stijldans en daar wordt bijpassende muziek bij gezocht. Óf, vanuit muziek ontstaat de dans. Beide startpunten zijn mogelijk in de moderne dans. Choreografen ontwikkelen vaak hun eigen stijlkenmerken. Het verschilt per choreograaf en danser waar hij of zij de nadruk op legt. Laten we naar onze eigen Lonneke van Leth kijken. Zij maakt binnen haar choreografieën gebruik van allerlei dansstijlen, zowel modern als niet modern. Wat haar werk typeert, is het verhalende aspect. Ze hecht er waarde aan om dans voor jong en oud bijzonder en begrijpelijk te maken. Ook zijn er terugkerende bewegingen in haar choreografieën die haar werk herkenbaar maken. Wil je weten welke dit zijn? Bekijk dan deze video:
Kortom: één definitie geven van moderne dans is niet mogelijk. Dansstijlen ontwikkelen zich door de jaren heen en iedereen ontwikkelt zijn eigen stijl. Maar één ding is zeker. De mate van vrijheid waarnaar kunstenaars eind 19e eeuw zochten, kunnen hedendaagse makers vaak ook vinden in moderne dans. Jij mag beoordelen of je dat of je dat als vreemd, abstract of bijzonder beschouwt.